Psalmen 145:1-11

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

1

Een loflied van David. Ik wil U verheffen, mijn God en mijn Koning Uw Naam in eeuwigheid loven;

2

Ik wil U zegenen iedere dag, Uw Naam verheerlijken voor altijd en eeuwig.

3

Groot is Jahweh, en hooggeprezen, Zijn majesteit is niet te doorgronden!

4

Van geslacht tot geslacht zal men uw werken verheffen, En uw machtige daden vermelden;

5

Van de heerlijke luister van uw Majesteit spreken, En uw wonderen bezingen;

6

Van de macht uwer ontzaglijke daden gewagen, En uw grootheid verkonden!

7

Men zal de roem van uw onmetelijke goedheid verbreiden, En over uw goedertierenheid jubelen:

8

"Genadig en barmhartig is Jahweh, Lankmoedig, vol goedheid;

9

Goedertieren is Jahweh voor allen, Zijn barmhartigheid strekt zich over al zijn schepselen uit!"

10

Al uw werken zullen U loven, o Jahweh, En uw vromen zullen U prijzen;

11

Ze zullen de glorie van uw Koningschap roemen, En uw almacht verkonden: