Lukas 7:31-35

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

31

Waarmee zal Ik dan de mensen van dit geslacht vergelijken; waaraan zijn ze gelijk?

32

Ze zijn gelijk aan kinderen, die op de markt zitten, en elkander toeroepen en zeggen: We hebben voor u op de fluit gespeeld, En gij hebt niet gedanst; We hebben een treurlied gezongen, En gij hebt niet geschreid.

33

Want Johannes de Doper kwam; hij at geen brood en dronk geen wijn, en gij zegt: Hij is van den duivel bezeten.

34

Maar de Mensenzoon kwam; Hij at en dronk, en gij zegt: Zie wat een gulzigaard, wat een wijndrinker, wat een vriend van tollenaars en zondaars.

35

Maar de wijsheid wordt gerechtvaardigd door al haar kinderen.