Lukas 6:20-26

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

20

Nu sloeg Hij zijn ogen op naar zijn leerlingen, en sprak: Zalig gij armen; want aan u behoort het koninkrijk Gods.

21

Zalig gij, die thans honger lijdt; want gij zult worden verzadigd. Zalig gij, die nu weent; want gij zult lachen.

22

Zalig zijt gij, wanneer de mensen u haten, u om den Mensenzoon uitbannen en honen, en smaad werpen op uw naam.

23

Verheugt u op die dag en jubelt; zie, uw loon is groot in de hemel. Want zó hebben hun vaders de profeten behandeld.

24

Maar wee u, rijken; want gij hebt uw troost al ontvangen.

25

Wee u, die thans zijt verzadigd; want gij zult honger lijden. Wee u, die nu lacht; want gij zult treuren en wenen.

26

Wee u, wanneer alle mensen u prijzen; want zó hebben hun vaders met de valse profeten gedaan.