Hebreeën 12:18-24
Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)
Inderdaad, gij zijt niet toegetreden tot een tastbare berg, niet tot brandend vuur, duisternis, donkere wolk, storm,
bazuingeschal; niet tot daverende woorden, waarvan de hoorders bezwoeren, dat er geen woord meer bij mocht komen,
omdat het bevel hun te machtig was: "Zelfs als een dier de berg aanraakt, moet het gestenigd worden."
En zó ontzettend was de verschijning, dat Moses uitriep: "Ik beef en sidder van angst."
Neen, gij zijt toegetreden tot de berg Sion en de Stad van den levenden God, het hemels Jerusalem; tot de tienduizenden engelen, tot de feestvergadering,
tot de gemeente der eerstgeborenen, opgeschreven in de hemel; tot God den Rechter van allen; tot de geesten der rechtvaardigen, die hun voleinding hebben bereikt;
tot Jesus den Middelaar van het nieuwe Verbond, tot het Bloed der besprenkeling, dat iets beters afroept dan Abels bloed