Filemon 1:9-17

Petrus Canisius Vertaling (CANISIUS)

9

wil ik daarom toch liever een beroep op uw liefde doen. Zie, ik Paulus, een oud man en thans bovendien nog geboeid voor Christus Jesus,

10

ikzelf kom u smeken voor Onésimus, mijn kind, dat ik in mijn boeien heb verwekt,

11

en dat u vroeger van weinig nut is geweest, maar thans zowel voor u als voor mij van groot nut is geworden.

12

Ik zend hem u terug; hem, dat is mijn eigen hart.

13

Ik had hem gaarne bij me gehouden, opdat hij mij in úw plaats zou dienen gedurende mijn gevangenschap voor het Evangelie.

14

Maar ik heb niets zonder uw toestemming willen doen, opdat uw goede daad niet afgedwongen zou zijn, maar vrijwillig zou geschieden.

15

Want misschien is hij juist daarom een tijdje van u weg geweest, opdat ge hem zoudt bezitten voor eeuwig;

16

niet meer als slaaf, doch meer dan dat, als een geliefden broeder. Geldt dit voor mij, hoeveel te meer geldt het dan voor u, die hem terugkrijgt zowel naar het lichaam als in den Heer.

17

Indien ge me dus als een vriend beschouwt, neem hem dan op, als was ik het zelf.